Skip to content

Matray, Matray & Hallet - Cabinet d'avocats

  • Onze materies
  • Advocaten
  • Nieuws
  • Over het bedrijf
  • Contact
  • nl
  • fr
  • en
  • de

Belangrijke ommekeer in de jurisprudentie op het gebied van arbitrage en exclusieve verkoopconcessies

8 april 2023Distribution commerciale
Terug

De bepalingen ter bescherming van Belgische concessiehouders bij beëindiging van een exclusieve verkoopconcessie van onbepaalde duur trekken al lange tijd de aandacht in het buitenland.

Sinds een arrest van 28 juni 1979 oordeelt het Hof van Cassatie dat een geschil over de eenzijdige beëindiging van een exclusieve verkoopconcessie van onbepaalde duur niet kan worden beslecht door middel van arbitrage die vóór het einde van het contract is overeengekomen, wanneer deze arbitrage tot doel en effect heeft de toepassing van een buitenlandse wet te bewerkstelligen.

In de praktijk, volgens de lessen die zowel uit dit arrest als uit latere jurisprudentie zijn getrokken, geldt dat ofwel de overeenkomst van exclusieve verkoopconcessie de toepassing van een buitenlandse wet bepaalt, en de arbitrageclausule dan moet worden bevestigd door de partijen na het einde van de overeenkomst, ofwel de overeenkomst van exclusieve verkoopconcessie bepaalt de toepassing van Belgisch recht en is dan geldig, zelfs als het scheidsgerecht in het buitenland is gevestigd.

Aangezien het zesde deel van het Gerechtelijk Wetboek betreffende arbitrage in 2013 werd gewijzigd, omvatten de voorwaarden voor arbitragegeschillen nu, in het algemeen, alle zaken van vermogensrechtelijke aard. Sommige specialisten vroegen zich af of deze nieuwe voorwaarden met betrekking tot arbitragegeschillen de oudere regels die de bevoegdheid van Belgische rechtbanken en hoven voorbehouden voor geschillen over de eenzijdige beëindiging van exclusieve verkoopconcessies van onbepaalde duur, zouden moeten overtreffen.

In een arrest van 7 april 2023 heeft het Hof van Cassatie een belangrijke ommekeer in de jurisprudentie teweeggebracht.

Twee bedrijven waren gebonden aan een contract van exclusieve verkoopconcessie van onbepaalde duur. Het contract was onderworpen aan Oostenrijks recht en bevatte een arbitrageclausule. De Oostenrijkse concessieverlener had het concessiecontract beëindigd, waarna de concessiehouder een procedure had aangespannen bij de Belgische rechtbanken en hoven. Het hof van beroep aanvaardde het beroep op onbevoegdheid dat door de Oostenrijkse concessieverlener was opgeworpen. Volgens het hof van beroep moesten de Belgische rechtbanken en hoven, gezien de arbitrageclausule in het contract van exclusieve verkoopconcessie, zich onbevoegd verklaren en de partijen naar arbitrage verwijzen.

In zijn arrest van 7 april 2023 verwierp het Hof van Cassatie het cassatieberoep tegen dit arrest.

Volgens het Hof van Cassatie schrijft het Europese recht voor dat de door de partijen overeengekomen clausules inzake het toepasselijke recht moeten worden gerespecteerd.

Weliswaar kunnen rechtbanken en hoven in bepaalde hypothesen regels voorrang geven die de fundamentele beginselen van de politieke, sociale of economische orde van hun land betreffen (partijen bij een contract zouden bijvoorbeeld niet kunnen proberen de mededingingsregels of belastingwetten te omzeilen door eenvoudigweg hun overeenkomst aan een buitenlandse wet te onderwerpen).

Echter, de beschermende bepalingen met betrekking tot het einde van exclusieve verkoopconcessies van onbepaalde duur beschermen slechts bijzondere belangen en niet de openbare orde.

Daarom is het niet gerechtvaardigd om de geldigheid van een arbitrageclausule afhankelijk te stellen van de vraag of de arbiters Belgisch recht, het door de partijen vrij gekozen recht, of een recht dat vergelijkbare bescherming biedt als voorzien door Belgisch recht, zullen toepassen.

Het arrest werd gewezen in een geschil tussen twee partijen die binnen de Europese Unie gevestigd zijn en is gebaseerd op het primaat van het Europese recht boven het nationale recht.

De vraag zal zeker rijzen of een soortgelijke redenering kan worden gevolgd wanneer de concessieverlener buiten de Europese Unie is gevestigd.

Gautier Matray

Gerelateerd nieuws

    • Distribution commerciale
    19 juni 2020

    De quel pouvoir de négociation doit disposer un agent commercial ?

    De nombreuses entreprises qui exportent ont recours à des agents commerciaux pour promouvoir et distribuer leurs produits au-delà des frontières. Une directive européenne relative au […]

    Lire plus
    • Arbitrage national et international
    • Distribution commerciale
    13 september 2014

    Arbitrage et agence commerciale – suite et fin

    Dans de précédents articles, nous avions suivi une affaire relative à la validité des clauses d’arbitrage insérées dans les contrats d’agence commerciale. Après un passage […]

    Lire plus
Zie alle

Contacter notre bureau de

  • Luik

    Rue des Fories, 2

    B-4020 Luik

    +32 4 252.70.68

  • Brussel

    Allée du Cloître, 7

    B-1000 Brussel

    +32 2 647.79.80

  • Antwerpen

    Justitiestraat, 26

    B-2018 Antwerpen

    +32 3 203.40.19

  • Keulen

    Theodor-Heuss-Ring, 36

    D-50668 Keulen

    +49 221 739.38.24

  • Parijs

    174, avenue Victor Hugo

    F-75116 Parijs

    +33 1 44.05.21.21

© Copyright 2025 Matray, Matray & Hallet - Alle rechten voorbehouden

  • Algemene voorwaarden
  • Cookie beleid
Made by Globule

We gebruiken cookies om uw bezoek aan onze website nog aangenamer te maken.

Door onze website te bezoeken, aanvaardt u onze cookies. U kunt natuurlijk altijd de instellingen voor de cookies wijzigen.

Lees meer over cookies